|
|
- Het tijdperk van geheim voer is voorbij. Het gaat veel meer om hoe
je het voer brengt dan wat er wel of niet in zit. Het voer maak je pas
klaar aan de waterkant, zodat je precies kan inspelen op de actuele
omstandigheden. Dit geldt ook voor het aas. Wanneer je op stromend
water tegelijkertijd maden en casters op je stek werpt, krijg je een
stroom casters die snel afzinkt en maden langzamer, dus die maken een
langer spoor. Hiermee creëer je twee achter elkaar geplaatste
voersporen die je beiden af kunt vissen, en dat kán het verschil
uitmaken.
- Lokvoer werkt altijd het beste als u het aan de waterkant vers
aanmaakt. Maak dus bij voorkeur niet de avond voor uw vissessie een
grote emmer lokvoer als u de volgende dag de hele dag wilt vissen én
lokken. Soms kan het niet anders en moet u het wel eerder klaarmaken.
Een goede tussenoplossing is het voer de dag van tevoren voor de
eerste maal voorbereiden en het op de betreffende dag afmaken. Ook nu
weer geldt dat u moet opletten om het voer niet té nat te maken. Het
lokvoer moet na dat het gereed is minimaal één keer worden gezeefd.
Levend aas (zoals maden), die door het voer wordt vermengd, wordt het
allerlaatst toegevoegd. De plakkerigheid of compactheid is afhankelijk
van het water. Stroomt het snel, dan moet u vaste voerballen maken. Is
het daartegen stilstaand of langzaam stromend water, dan mogen de
voerballen iets luchtiger gemaakt worden. Bij de aanvang van het
vissen gooit u enkele grote voerballen in het water. Daarna blijft u
regelmatig met kleinere balletjes bijvoeren. (Dit is afhankelijk van
het soort water en de manier van azen van de vis.)
- Het kan gebeuren dat u er na een sessie achter komt dat u teveel
lokvoer heeft gemaakt. Bewaar dit lokvoer niet. Lokvoer dat aangemaakt
is, begint aan een gistingsproces, waardoor het na enige tijd
(ongeveer 16 - 24 uur) waardeloos wordt.
Gooi het lokvoer dat u over heeft niet in het water, maar deponeer het
in een vuilnisbak. Overigens kunt u uw lokvoer dat u over hebt wel
invriezen. Het lokvoer moet echter niet te lang hebben gestaan en
zeker niet onder warme omstandigheden. De meningen over de kracht van
het ingevroren lokvoeren lopen nogal uiteen.
- Het gebruik van onderlijnen is vaak ter discussie gesteld, zeker
wanneer er erg veel vis gevangen wordt, wordt er vaak zonder onderlijn
gevist. Ondanks dat het bekend is dat elke schakel in de lijn de
zwakste kan zijn, is het toch aan te raden om te vissen met een
onderlijn. Die ene vis die je misschien verspeelt wordt ruimschoots
goed gemaakt door het feit dat je nu een paar seconden later door kan
vissen op precies dezelfde wijze als voor de lijnbreuk.
- Je zult altijd in moeten spelen op het aasgedrag van de vis. is er
veel vis, probeer dan "voedselnijd" op te wekken door
constant bij te voeren. Wanneer de aanbeten minder worden, kun je twee
dingen doen: gokken dat je de vissen kunt forceren om te gaan azen
door stevig door te voeren of de schade beperken en minder gaan voeren
Dit blijft echter een gok waarbij verminderen naar mijn mening het
gunstigst is.
- Probeer altijd wat informatie over het water waar je wilt vissen in
te winnen. Vraag de lokale hengelsportwinkelier of ga eens kijken bij
wedstrijden op het desbetreffende water.
- Uiteraard moet je ook weten hoe het bodemverloop op je stek zelf is.
Wanneer je met een steil aflopende oever te maken hebt, vis je al snel
een stuk boven de bodem wanneer je iets te ver vist. Peil daarom niet
alleen op je visstek, maar de gehele "visruimte" waarover je
beschikt.
- Zelfvertrouwen is het belangrijkste punt om "lekker" te
kunnen vissen. Zelfvertrouwen en daarmee ervaring komt natuurlijk met
de jaren, maar ook wanneer je nog niet zo lang vist, is het beter om
vertrouwen in je uitgestippelde plan te hebben dan te gaan twijfelen.
Rustig blijven en weten wat je doet, is het devies!
|
|