|
|
- Maak een lijst van je mee te nemen visspullen voor een viswedstrijd.
Hiermee zorg je ervoor dat je niets vergeet. Niets is zo lastig als te
merken dat bepaalde spullen nog thuis liggen.
- Uitpeilen van je visplaats moet zeer nauwkeurig gebeuren, peil op
meerdere plaatsen uit. Het puntje van de dobber moet juist uit het
water te zien zijn. Indien goed uitgepeild en je verwacht brasem dan
is het vaak noodzakelijk om tenminste een centimeter of 10 maar liever
nog ruim 25 centimeter op de grond te gaan vissen.
- Zwevend vissen schuif dan niet met de dobber maar met het onderste
loodje van de lijn of onderlijn hierdoor zal het aas over de bodem
gaan zweven en dit is op bepaalde momenten ideaal om een vis te
vangen.
- Zet geen regenparaplu op als er wind is. De wind kan zeer plotseling
van richting veranderen met alle gevolgen van dien. Een regenparaplu
is geen windscherm, al denken sommige vissers er anders over. Een pak
laten drogen is goedkoper dan een mooi regenscherm opnieuw te moeten
kopen.
- Ga je oefenen op een bepaald viswater probeer dan zoveel mogelijk
uit. Dan heb je er de tijd voor. Tijdens een viswedstrijd is er te
weinig tijd om iets uit te proberen.
- Zorg er altijd voor dat uw vlonder stabiel en veilig wegzet. Op hele
steile kanten is het raadzaam de vlonder iets achterover te zetten.
Met een goed geplaatste vlonder vist u zonder zorgen en dus stukken
beter. Met de montage van een mini waterpasje (te koop bij de
campingwinkel) zit je vrijwel altijd recht.
- Koop een kleine visteller en maak hem vast aan je visplateau. Je
kunt dan altijd aflezen hoeveel vis je gevangen hebt.
|
|